Previous Columns 2003

Een Jazzzender?
Jazzzenders?
‘Lucht B3' spelen
Is er nog publiek?
Niet weer aub
Jazz=London Symphony Orchestra. Ha, ha.
First published 22.10.2003

Een Jazzzender?


Het zou een mooi woord in een quiz of kruiswoordraadsel kunnen zijn, jazzzender.
Noemt u eens een woord met drie ‘z'etten.
Van diverse kanten worden er driftige pogingen ondernomen om een commerciële jazzzender in het leven te roepen. Er schijnt nog een zenderkavel te vergeven te zijn en dat moet of een klassieke of een jazzzender worden. Diverse partijen zijn bij de wedstrijd betrokken en eind december moet het oordeel geveld zijn.
De uitslag zal mij benieuwen maar ik gok op een klassieke zender.
Investeerders zullen eerder geneigd zijn het zekere voor het onzekere te kiezen plus dat de markt voor klassiek die voor jazz aanzienlijk overstijgt. Want laten we de boel niet mooier maken dan het is, van het eertijds toch ook al niet echt bloeiende jazzleven is nog maar zeer weinig over.
Trompettist Jarmo Hoogendijk, al een kleine twintig jaar actief in het Nederlandse jazzleven bracht het in een interview in Het Parool zo onder woorden:
‘Voor ons is het een heel rare tijd, subsiedies worden overal ingetrokken, de cd-verkoop is internationaal ingestort, mensen hebben door de euro geen geld meer om uit te gaan. Als saxofonist Ben van der Dungen en ik vroeger een nieuwe cd uitbrachten, hoorde daar automatisch een tournee van respectabele omvang bij. Vroeger speelde je met gemak zestig keer. Dat is echt voorbij. Met saxofonist Yuri Honig heb ik laatst eens op een rijtje gezet in hoeveel jazzclubs in Nederland je normaal betaald kunt spelen. Dat zijn er maar acht ŕ tien!'
Als je dat vergelijkt met de tientallen concertzalen in ons land waar klassieke en aanverwante muziek ten gehore wordt gebracht dan is het plaatje snel getekend.
Jazz neemt in het Nederlandse muzikale landschap een uiterst bescheiden plaats in.
Natuurlijk zijn er aan conservatoria en muziekscholen jazzopleidingen verbonden maar de daaraan afgestudeerden verdwijnen meestal noodgedwongen in de praktijk van het lesgeven.
Een brood op de plank brengende concertpraktijk is voor de beoefenaar van pure jazz niet tot nauwelijks weggelegd.
Ook het aantal echte liefhebbers, de jazz die-hards, is zeer beperkt. Het eerste North Sea Jazzfestival bracht nog geen 9.000 belangstellenden op de been. De in de loop der jaren flink toegenomen belangstelling valt waarschijnlijk volledig op het conto van nauwelijks jazz gerelateerde attracties te schrijven.
Voor een commerciële jazzzender laat dit soort achtergrond weinig levensruimte over. Het zal geen moeite kosten een zender 24 uur per etmaal jazz uit te laten zenden, het zal beduidend meer moeite kosten een commercieel aantrekkelijk aantal luisteraars aan een dergelijke zender te binden.
Daarbij komt nog, dat op klassieke muziek aanzienlijk minder rechten berusten dan op contemporaine jazz en per 24 uur zal dat beslist gaan meespelen.
Deze overwegingen laten twee opties over of er wordt een aanzienlijke hoeveelheid commercieel water bij de jazzwijn gedaan of een liefhebber met een aanzienlijke hoeveelheid geldboompjes in zijn achtertuin dient zich aan.
Volgende keer meer.

Herbert


First published 17.09.2003

Jazzzenders?


Tijdens de laatste etherverdeling of hoe handel in gebakken lucht toch lucratief kan zijn, bleef er een kavel over. Op dit kavel zou een jazz- of klassieke zender mogen gaan uitzenden.
Prima idee, alleen met de kanttekening, dat het hier wel om een commerciële zender handelt.
Dat maakt het idee al minder prima. Want laten we wel wezen, de inkomsten voor een dergelijke zender zullen uit de reclame moeten komen dus uit het bedrijfsleven. Veel kan het bedrijfsleven aangewreven worden maar beslist niet een progressieve muziekkeuze, als er al over muziek nagedacht wordt in die kringen. De programmering van door het bedrijfsleven gesponsorde concerten in bijvoorbeeld het Concertgebouw kan hier als indicatie dienen.
John de Mol en North Sea Jazz hebben zich inmiddels aangemeld om dit kavel te kopen maar er is ook vanuit klassieke kringen een optie gemeld.
Bijna gelijk met de berichtgeving over de toekomstige radiozender bereikte mij het bericht dat het roemruchte Tros programma ‘Sesjun' per komend nieuwjaar stopt met het uitzenden van live concerten.
Ik liet deze twee berichten even op elkaar inwerken.
Een van de laatste Hilversumse bastions waar Nederlandse jazzmusici nog live te horen waren is geslecht na dertig jaar uitzenden.
Dick en Cees mijn welgemeende condoleances.
Bepaald geen insider zijnde in het Hilversumse en mij verre houdende van koe-handeltjes kon ik mij toch niet aan de samenstelling van een plaatje onttrekken.
Zo stel ik mij voor dat in een daartoe geëigend Hilversums etablissement enige lieden in krijtstreeppak bij elkaar komen. ‘Wij hoorden dat jullie een jazzzender willen beginnen?'
‘Dat klopt. Voor een relatief prikje kunnen wij een kavel bemachtigen waarop alleen jazz en/of klassiek mag worden uitgezonden'.
‘Weten jullie dan iets van jazz?'
‘Nee, maar daarom gaan wij samenwerken met MoJo, die ook North Sea organiseren'.
‘Verstandige zet'.
‘Maar dan willen wij wel dat er geen jazzprogramma's meer worden uitgezonden via de publieke omroep'.
‘Worden die dan nog uitgezonden? Die muziek is toch al lang uit de ether verdwenen'.
‘Nog niet helemaal, want de Tros zendt nog een programma uit met live jazz'.
‘Daar zijn jullie niet gelukkig mee?'
‘Nee, dat zou moeten ophouden want wij willen het echt helemaal exclusief. Tegenover de grote recordjongens is dat ook beter, want die willen graag weten wat voor hooi er in de ruif zit. Alles in een hand, dat is de opzet'.
‘Zit wat in. Hoe kunnen wij jullie helpen?'
‘Dat programma gewoon opheffen. Past niet meer in de huidige tijd en vanwege de bezuinigingen natuurlijk, want zo'n live programma kost gewoon te veel'.
‘Nee, dat is helemaal duidelijk. Doen we. Hebben jullie verder de vrije hand'.
‘Zo horen wij dat graag. Het is goed zaken met jullie doen. Mogen wij jullie dan nu uitnodigen voor het diner. Wij hebben alvast de Champagne koud gezet'.
‘Ja, nu op naar de smakelijker zaken'.

Jazz is op de Nederlandse radio, over de tv*) zal ik het maar niet eens hebben, altijd al een ondergeschoven kindje geweest. Te verwachten valt, dat het met de komst van een commerciële jazzzender er beslist niet beter op zal worden. Nog meer middle of the road music nog minder spannend werk. Wie het echte werk nog wil horen is aangewezen op programma's in de periferie van de zendgemachtigden zoals het programma van Hans Dulfer en een van de Beets broertjes op Business News Radio en ‘All That Jazz' van Rolf H. Polak op Rick FM.
Nee, de mededeling dat er wellicht binnenkort een heuse jazzzender in de ether komt heeft mij niet euforisch gemaakt.

*) Op Nederland 3 lijkt het wel of er veel aandacht aan jazz besteed wordt maar wie de moeite neemt om de programmering even serieus te beschouwen komt al snel tot de ontdekking, dat er van ‘echte' jazz nauwelijks sprake is. Het puur Nederlandse aandeel is helemaal nihil.



First published 18.06.2003

‘Lucht B3' spelen


Het schijnt een hype te worden ‘lucht gitaar' spelen.
Daarom op de voorpagina van de krant een foto van drie ‘lucht gitaar' spelers en een echte gitarist.
Compleet met Nederlandse kampioenschappen en een wereldkampioenschap in Finland.
Natuurlijk de komkommertijd is weer aangebroken maar om dit soort grappen nu op de voorpagina te zetten.
Na de DJ zonder band krijgen we nu de musicus zonder instrument.
Het cultuurbarbarisme neemt waarlijk grootse vormen aan.
Het ultieme genot voor het luisterend volkje zal blijken te bestaan uit een ‘lucht gitaar' spelende DJ.

Toch zie ik voor instrumentalisten een glorieuze toekomst weggelegd.
Nooit meer te sjouwen met een onhandelbaar instrument. Geen last meer van onwillige geluidsinstallaties noch van ontstemde instrumenten.
Je schuift gewoon een van je eigen cd's in de cd-speler en hup je gaat op de bühne een partijtje lucht viool/trompet/harp of whatever spelen.
Lijkt mij een fantastisch gezicht een symfonie orkest met dames en heren in stemmig zwart gekleed die allerlei strijk-, blaas- en slagbewegingen naken.
Natuurlijk met een dirigent op de bok, want het moet wel serieus blijven.
Er is immers genoeg muziek voorhanden om de komende tweehonderd jaar door te komen. En aan verschillende uitvoeringen van hetzelfde stuk ook geen gebrek dus komt iedereen aan zijn trekken.
Ik bedoel er zijn sinds de uitvinding van het playbacken eigenlijk allang lucht zangers en zangeressen en instrumentalisten geweest.
Zo weet ik uit zeer goede bron, dat bekende Nederlandse groepen voor hun studio opnamen gebruik maakten en maken van goede muzikanten om hun eigen onvermogen te maskeren. Wat je hoort is niet altijd wat je krijgt.
De gemiddelde luisteraar zal het verder worst wezen, want die is toch al gewend aan coryfeeën die optreden met een op de band vastgelegd orkestje. Trouwens wie zegt, dat de diegene die optreedt ook daadwerkelijk zingt? Het is voor de gemiddelde geluidstechnicus een koud kunstje om alles zo af te stellen, dat de zanger wel zingt maar dat je toch de studio opname hoort. Dan wordt er weliswaar niet ‘lucht gezongen' maar wel belazerd.
Wie mij niet geloofd, die moet maar eens gaan kijken bij de mengtafels van de PA installatie. Wat zich daar aan cd- en cassettespelers bevindt geeft volop te denken.

Nee, ik zie wel wat in ‘lucht B3' spelen. Gewoon een van mijn cd's in de speler en hup.
Kan ik zonder sjouwen en zwoegen op de fiets naar een schnabbel en fris als een hoentje weer huiswaarts. Ja ik word steeds enthousiaster voor ‘lucht B3' spelen.

Herbert
First published 20.03.2003

Is er nog publiek?


Onlangs kreeg ik het van twee kanten te horen:
Het publiek is niet meer geďnteresseerd in muziek.
Ter verduidelijking, met publiek wordt bedoeld de mensen die in Nederland naar een concert, jazz-café of club gaan en met muziek uiteraard jazz en aanverwante zaken.
Deze tanende publieke interesse is niet zo vreemd in een tijd dat de ‘scene' gedomineerd en geterroriseerd wordt door zestienjarigen met een blauw brilletje. Als dat het ijkpunt vormt, valt er op een verbetering niet meer te hopen.
Deze tanende interesse is ook niet zo vreemd als je beseft dat de grote Jazz muzikanten - veelal charismatische publiekstrekkers - niet meer onder ons zijn. Plaatsvervangers hebben zich niet of nauwelijks aangemeld, laat staan gemanifesteerd. Degenen die nu dappere pogingen ondernemen om in deze tak van de muziek hun verhaal te vertellen moeten tegen een grandioos muzikaal verleden en dito erfenis opboksen. Een erfenis die op geluidsdragers is vastgelegd en op elk willekeurig tijdstip ten gehore kan worden gebracht. Kortom een karwei, dat niet te klaren is. Want laten we eerlijk wezen als je thuis de meest fantastische cd's en/of lp's in je collectie hebt, dan is de neiging om je op een koude winteravond naar een tochtig café te begeven om naar een zwakke afspiegeling van je helden te gaan luisteren, niet echt dwingend.
Daarbij dient niet vergeten te worden, dat de interesse van het (Nederlandse) publiek voor deze muziek altijd al marginaal is geweest. Ter illustratie: De eerste editie van het North Sea Jazz Festival trok ook maar een schamele 9.000 bezoekers, ondanks de aanwezigheid van vele jazz-coryfeeën. Dat de huidige edities bijna het tienvoudige aan publiek noteren heeft dan ook minder te maken met een toegenomen belangstelling voor jazz dan met de verregaande verwatering van de programmering: Jazz is er nog nauwelijks te vinden.
Een ander probleem vormt het feit, dat de termen swing, soul en jazz maar al te vaak worden misbruikt voor muziek en door artiesten die niets maar dan ook helemaal niets met deze termen uitstaande hebben.
Potentiele geďnteresseerden in Jazz worden door dit misbruik volledig op het verkeerde been gezet en haken daardoor voortijdig af.
De constatering dat er geen publiek meer is voor Jazz is dan ook een juiste, alleen dient er aan toegevoegd te worden, dat er na de zestiger jaren ook nooit meer een groot publiek voor geweest is.

Herbert
First published 24.01.2003

Niet weer aub


Zit ik de avond voor de verkiezingen naar Barend en van Dorp te kijken word ik opeens geconfronteerd met heiligschennis.
Hoe ik dat bedoel?
In de show van Barend en van Dorp is altijd een muzikaal intermezzo.
Dit keer werd dat ingevuld door ene DJ Maestro.
Zoals bij de oplettende lezertjes al bekend mag worden verondersteld gaan bij de letters DJ mijn nekharen recht overeind staan.
Op het beeldscherm verscheen een groepje muzikanten onder wie ik Benjamin Herman herkende met DJ Maestro pontificaal in hun midden achter een tweetal draaitafels.
Het groepje begon te spelen en wat verscheen onder in beeld?
Een aankondiging van het gespeelde nummer. En welk nummer had de maestro van het onvermogen voor ons uitgezocht om aan te randen?
‘Sookie Sookie' een nummer van Grant Green, wat er onder in beeld uiteraard niet bij stond vermeldt.
Achter het Korg keyboard zat een toetsenist die ons tevergeefs de impressie van een echt Hammond orgel opdrong. De camera zoemde in op de handen van de DJ waardoor duidelijk werd dat er inderdaad platen op de draaitafels lagen die met de vingers beroerd werden hetgeen mij beroerd maakte. De via de loudspeakers tot mij komende muziek horende vroeg ik mij af, wat DJ Minkukel in godesnaam aan de muziek toevoegde want ik beluisterde niets anders dan een matige interpretatie van Grant's song.
De grootste schok moest echter nog komen.
Nadat de heiligschennis gepleegd was kondigde Frits Barend ‘deze fantastische groep' af met de woorden: ‘....en DJ Maestro heeft pas een contract afgesloten met Blue Note Records het beroemde jazz-label'.
Mijn mond viel open en totaal verbijsterd staarde ik naar het scherm.
Na de Franse naaldkunstenaar St. Germain was nu ook een Nederlandse Ida de Leeuw van Rees binnen gehaald bij het ooit zo roemrijke label.
How low can you go.
Om de slechte smaak in mijn oren weg te spoelen heb ik nog maar even ‘Sookie Sookie' uit 1970 met Ronnie Foster op orgel op de draaitafel gelegd.
Wat een verademing.

Herbert


First published 18.01.2003

Jazz=London Symphony Orchestra. Ha, ha.


Natuurlijk heb ik de ballen verstand van Jazz. Natuurlijk heb ik de cd's beluisterd en natuurlijk ben ik een muggenzifter annex mierenneuker. Neemt niet weg dat mij mond open zakte van verbijstering toen ik onder het kopje Jazz van de wekelijkse muziekrubriek in de PS van Het Parool las dat Joni Mitchell met het London Symphony Orchestra onder deze noemer gerangschikt worden evenals Paul Weiling's Global Axis.
Het moet toch niet doller worden met de dames en heren recensenten.
Vader zal het nog eenmaal uitleggen: Om onder de noemer Jazz gerangschikt te worden moet de muziek aan een voorwaarde voldoen: Het moet swingen.
Nu kan je me veel wijsmaken, maar niet, dat het London Symphony Orchestra, Count Basie- of Duke Ellington-achtige big band aspiraties heeft, laat staan swingt. Maak dat de kat wijs, zou mijn recht in de leer zijnde echtgenote zeggen.
Joni Mitchell mag zich dan wel omringen met uit de jazz afkomstige muzikanten, dat houdt niet automatisch een promotie tot jazzzangeres in.

Maar genoeg gezeverd nu, over tot de echt belangrijke zaken.
Zoals het concert dat Joey deFrancesco jr. op 22 januari as. gaat geven in het Bim-huis te Amsterdam.
De programmering van deze zwaar gesubsidieerde instelling ontgaat mij ten ene male. Goed, ik vind het geen probleem, dat er ook in de vaderlandse jazz- en geďmproviseerde muziekscene Melkert banen bestaan, muzikanten moeten ook eten tenslotte, maar houd dan als serieus te nemen instelling wel een beetje de hand aan de kwaliteit van het gebodene. Buiten kijf staat dat Joey jr. een orgel kan bespelen. Swingen doet hij ook wel maar op originaliteit heb ik hem nooit kunnen betrappen. Nu zal ik de laatste zijn om te beweren dat het adagium, beter een goede imitatie dan een slecht origineel, geen opgeld doet maar wat Joey jr. in dit kader presteert gaat alle -althans mijn- perken te buiten.
Een tijdje geleden ontving ik van een Hammond liefhebber een met tientallen mp3's vol gepleurde cd. Zonder op de inhoud te letten deed ik de cd in mijn computer en luisterde onder het werk zijdelings naar de muziek. Op een gegeven moment viel mij in het nummer ‘Organ Grinders Swing' iets op. Genoemd nummer van de hand van Jimmy Smith heb ik grijs gedraaid, ik kan het wel dromen maar er ontbraken een paar karakteristieke kreunen van de ‘master'. Eerst dacht ik, dat het misschien aan de mp3 kopie lag en dus zette ik het nummer opnieuw op. Maar nee, het gekreun ontbrak terwijl de rest van het nummer precies zo klonk als mijn grijsgedraaide lp. Pas toen nam ik de inhoudsopgave ter hand en tot mijn verontwaardiging las ik dat Joey jr. de verantwoordelijke was. Noot voor noot had deze Smith's nummer nagespeeld, op het gekreun na dan. Bravo, maar niet heus.
Knap hoor, maar ik word daar niet echt blij van. Vervolgens ben ik wat beter gaan luisteren naar de overige nummers die van Joey jr. te beluisteren vielen om te constateren dat hij zonder mededogen ook andere nummers van Smith vlekkeloos gekopieerd had.
Exit Joey jr. Niet interessant deze copy-cat en derhalve een misser van het Bim-huis.
Om de slechte smaak weg te spoelen heb ik nog maar eens het origineel met gekreun gedraaid. Gelukkig hielp dat.

Herbert
Previous Columns/Vorige columns 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2002 2001 2000 1999 1998
Infopage Songbook for Hammondorgan News & Reviews CD's for sale