Previous Columns 2007

"Oscar Peterson 1925 - 2007"
"Gehoorschade"
"Klompen die breken"
"Brood & Spelen"
"Arme Billie"
"De Grote Download Shuffle"
"Het gaat goed met de jazz in Nederland"
"Het is definitief mis"
"Wit-wasserij"
"Stof afnemen"
"Volksverlakkerij"
"Be-Bob"
"The grief that's named Deejay"
"Dolly is het bewijs"
"Fifteen Minutes of fame"
"Kul" -tuur"
"YouTube"
"Rita wie?"

First published 29.12.2007

Oscar Peterson 1925 - 2007


Een jaar of zeventien/achttien zal ik geweest zijn en ik was in een mismoedige bui. Dat kan je zo hebben op die leeftijd. Het lijden klopt aan de deur en je geeft ruimhartig toegang.
Een vriend kwam langs en vroeg of ik zin had om mee te gaan naar een nachtconcert van het Oscar Peterson trio in het Concertgebouw want hij had een kaartje over. Ruzie met z'n vriendin, zoiets. Thuis zitten mokken kon ik altijd nog dus ik zei ja en vervolgens liepen we naar de hoofdstedelijke muziektempel die op loopafstand van mijn ouderlijk huis lag. Vanaf mijn vijftiende had ik al een aantal door Lou van Rees georganiseerde nachtconcerten meegemaakt en van Oscar had ik een paar singeltjes. Zelf pianospelend was ik diep onder de indruk van wat ik gehoord had.
In het Concertgebouw hadden wij een plaats op het balkon een beetje vooraan en ik had daardoor een uitstekend uitzicht op de vleugel die uitnodigend gereed stond. Het trio bestond die avond uit Ed Thigpen achter de drums en Ray Brown aan de bas.
De heren daalden de trap af -strak in het pak- en zetten zich, na een lichte buiging richting publiek, aan het musiceren.
Met zijn drieën slaagden ze er in een mum van tijd in mijn mismoedige bui te verdrijven.
Er overviel mij een gevoel van weldadige tevredenheid gemengd met een bijkans onbeheersbaar verlangen om al zwaaiend op deze heerlijk swingende muziek vanaf het balkon de zaal in te springen.
God, wat konden deze mensen spelen. En dat gemak waarmee alles gepaard ging, die beheersing. Jaloers makend was het.
En maar swingen en maar de meest formidabele loopjes op de vleugel laten horen maar niet om het ‘kijk-mij-eens-goed-loopjes-spelen'-effect en maar glimlachen en maar swingen en maar aan die bas plukken en maar swingen en maar die brushes zo beheerst maar o zo swingend hanteren en maar elke noot op de juiste plaats laten horen. Het mocht niet meer, nee nooit meer ophouden.
Zo hoorde een pianotrio te klinken.
Mensen die hun voet stilhielden bij Oscar's trio, die begrepen er niets van, die werden van de vriendenlijst geschrapt. Toen ik jaren later eens zat te eten met de A&R manager van een grote Nederlandse platenmaatschappij en in het restaurant een stukje van Oscar opstond, zei deze minkukel: ‘Dat vind ik zo'n barpianist'. Meteen stopten de besprekingen en zei ik: 'Als u Oscar een barpianist vindt, dan zie ik niet in wat ik voor uw platenlabel kan betekenen.'
Dan maar niet beroemd.
Maar dat odium van ‘barpianist' dat heeft Oscar in Nederland zeker aangekleefd bij het coterietje dat in Nederland doorging voor "jazzkenner's". De heer Peterson kon in hun oren geen genade vinden. Ja Art Tatum, natuurlijk, Nat King Cole, uiteraard maar die Peterson, ja dat was toch wat gladder/commerciëler/minder oorspronkelijk -vul zelf maar verder in- dan noem eens wat Bill Evans of Lennie Tristano.
Als je in die kringen het woord Peterson liet vallen, dan waren meewarige blikken je deel. Ik heb me er nooit iets van aangetrokken want het plezier dat Oscar mij verschafte was vele malen groter dan de eigendunk van die piassen. Oscar grote swinger, Joke, ik en alle oprechte liefhebbers zullen je missen.

Herbert


First published 05.12.2007

Gehoorschade


DEN HAAG - Eén op de zeven jongeren tussen de 11 en 24 jaar heeft een gehoorbeschadiging en hoort ronduit slecht. Bijna een kwart hoort matig. Dat blijkt uit cijfers van de Nationale Hoorstichting, die 31 oktober in Den Haag bekend zijn gemaakt. Grootste boosdoeners zijn Mp3-spelers, oor-pluggen van de mobieltjes en popconcerten. Het grootste deel van de jongeren heeft geen idee dat hun gehoor ernstig beschadigd raakt. Ook onder de Haagse scholieren is het gevaar van geluid via oordopjes nog niet echt doorgedrongen. „Ik wist niet dat het zo serieus is,'' zegt Jonatan (13). Christiaan Sheriff (18) is zich wel bewust van zijn oor schade. „Ik heb al acht operaties gehad...."
Dit en soortgelijke artikelen vallen te lezen op de website:
www.doof.nl


Verbaasd ben ik dan ook niet als ik verneem dat onderzoek onder jongeren heeft uitgewezen dat een aanzienlijke groep van rond de 20.000 jeugdigen al met fatale gehoorschade te kampen heeft. Ik kom hier op omdat ik uit de krant een nieuwe benadering van muziek vernam, lees en huiver:
"Muziek moet je niet alleen horen, je moet muziek ook voelen. Ik ben ook naar feestjes geweest voor doven, die gaan alleen door de trillingen uit hun dak."
Inderdaad, zulk hersenloos gezwets valt alleen uit de mond van een dj te noteren. Een dj die zegt:
"....drie feesten achter elkaar, en dan heb ik daarna toch pijn in mijn oren, zeker in mijn rechteroor, omdat mensen daarin staan te schreeuwen."
Maar je kunt de muziek toch gewoon zachter zetten? Nou kom daar niet mee aan bij dj's want die trakteren je meteen op quote's als de bovenstaande, namelijk dat je muziek moet voelen.

Waar tot halverwege de zestiger jaren P.A. systemen en dergelijke een nog vrijwel onbekend fenomeen vormden is het nadien ferm bergafwaarts gegaan met de beheersing van de decibellen. Wie momenteel een concert bezoekt wordt getrakteerd op een orkaan van geluid en in disco's of op dansfestijnen schijnt het voeren van een normaal gesprek al ruim 20 jaar niet meer mogelijk te zijn, zo is mij uit bevoegde bron verzekerd.
Een deel van de gehoorschade is dan ook - ik mag graag met het vingertje wijzen- door zelf gehoorgestoorde dj's en P.A. regelaars veroorzaakt.

Een deel van de jongeren, beleeft muziek via I-pod en oordopjes in de trein, op de fiets, joggend of door de stad wandelend. Helaas zorgt de voortdurende vloedgolf aan andere klanken ervoor dat de muziek verbleekt tot een achtergrondruis dus wordt de volumeknop verder opengedraaid, tot je oren er de brui aan geven. Tot je muziek alleen nog maar kan voelen. Dat heet vooruitgang.

Herbert


First published 01.11.2007

Klompen die breken


Regelmatige lezertjes van mijn internet-oprispingen zal het bekend zijn, dat ik niet veel opheb met dj's, zangeressen en recensenten. Mijn probleem is, dat ik er eigenlijk geen woorden aan vuil wil maken maar dat er telkenmale zo'n ongelofelijke stupiditeit voorbij komt, dat er toch maar enige aandacht aan besteedt dient te worden.
Aan het meer dan ridicule feit dat in het prachtblad ‘Jazz' de muziek van Carla Bley omschreven wordt met de term ‘geurjazz' ga ik maar even voorbij. Als ik Carla Bley was zou ik van deze omschrijving overigens niet al te verheugd worden, het lijkt mij een omschrijving ten faveure van de deodorant fabrikanten.
Nee, waardoor ik nu weer uit mijn tent gelokt werd is een cd-recensie in Het Parool van 30 oktober jl. geschreven door Maartjen den Breejen. over de nieuwe cd van Willem Breuker.
Even een kleine introductie van deze over ‘jazz' schrijvende journaliste. Volgens eigen zeggen verhuisde deze voormalige filosofie studente eind jaren tachtig van een gehucht in Overijssel naar Amsterdam. Ze zong liedjes van eigen hand en begeleidde zichzelf op de piano. Haar ambitie was een rock-‘n-roll leven te gaan leiden, waarbij ze heimelijk hoopte op een doorbraak als muzikant. Die kwam niet en dus speelde ze samen met een drummer en bassiste alleen maar muziek van jazzmuzikant Thelonius Monk. "Veel te moeilijk", Maartje bekent het eerlijk, "maar ik deed alsof al die foute noten bij het experiment hoorden"(sic).
Als rock-idool red je het niet, als Monk-vertolker val je door de mand en dus wordt je jazz-recensent bij Het Parool. Opvolgerster van coryfeeën als Michiel de Ruyter, Simon Korteweg en Jeroen de Valk, waarvan je in ieder geval kon zeggen, dat ze wisten waar zij over schreven. Na een aantal jaren Maartjes recensies in Het Parool gelezen hebbende weet ik één ding zeker: Maartje weet vaak niet waar ze het over heeft en over jazz heeft zij het meestal al helemaal niet. De ‘jazzrecensies' van Maartje worden gekenmerkt door een hoog gehalte aan zeurzangeressen en niet jazz gerelateerde musici. Kortom ‘jazzinflatie' tiert welig onder Maartjes hoede.


Ik zal mij beperken tot haar laatste wapenfeit, de recensie betreffende de cd ‘Fidget' van Willem Breuker. In deze recensie bestaat onze recensente het om Willem Breuker ‘één van de beste jazzcomponisten die Nederland rijk is' te noemen. Maar let nu even op, even verder schrijft zij: ‘.....maar hij valt niet in te delen in de klassieke hoek of bij de jazz'.
Eerst noem je iemand behorend tot de top van de Nederlandse jazzcomponisten en dan zeg je dat hij eigenlijk niet bij de jazz in te delen valt. Eerst noem je Edammer de lekkerste kaas en dan deel je mede dat Edammer eigenlijk geen kaas is. Hoe krom kan deze bijna-filosofe redeneren. Dat Maartje alle planken behoorlijk aan het misslaan is blijkt natuurlijk al uit de benoeming van Willem tot jazzcomponist. Oom Herbert zal het nog éénmaal uitleggen:
‘Jazz is alleen jazz als het swingt'. De swing is wat jazz onderscheid van bijna alle andere muziek, je kunt ook zeggen: Geen swing dan is het in ieder geval geen jazz.
Uit eigen ervaring weet ik een ding zeker, Willem heeft er alles aan gedaan om niet, ik herhaal niet, te swingen. Swing was Willem een gruwel, einde verhaal.
Afdingen op Willem's capaciteiten als componist, daar zult u mij niet op betrappen maar Willem ‘één van de beste jazzcomponisten die Nederland rijk is' te noemen mag rustig als een gotspe omschreven worden evenals Maartjes betiteling van Willem als evenknie van Gershwin en Weill. Hallo, bent u daar nog?
Er is veel leed in deze wereld.

Herbert

Ps (d.d. 5.12.2007)De cd titel 'Fidget' is in ieder geval een anagram van 'deftig' zag ik. Is Breuker zichzelf aan het opwaarderen?

First published 24.10.2007

Brood & Spelen



Het Parool van zaterdag 20 oktober 2007


Dat staat als kop boven een artikel, dat aanvangt met twee vragen:
‘Verspillen muzikanten hun tijd als ze proberen hun plaatjes de ether in te krijgen?'
en
‘Zijn games de nieuwe radio?'
De schrijfster van het stukje komt er niet helemaal uit, maar mijn conclusie na lezing:
Ja, op alle twee de vragen.
Daarbij moet wel de kanttekening worden gemaakt, dat wie boven de dertig is, niet mee mag doen, mijzelf incluis.
In Amsterdam werd een symposium georganiseerd in het kader van ‘Amsterdam Dance Event' een organisatie die dwars staat op wat ik onder muziek versta, maar dat even daargelaten, wel iets interessants te melden had. In een panel zat de muziek baas van E.A.(Electronic Arts) de grootste gameproducent ter wereld. Dit baasje is verantwoordelijk voor de muziek bij computerspelletjes. Nu moet ik eerlijk bekennen, dit is een geheel onbekende wereld voor mij. Het laatste elektronische spelletje wat ik speelde was er een met happende ruimtewezentjes en ligt al weer minimaal 20 jaar achter mij. Kortom ik ben een onbeschreven blad op dat gebied en ik vrees, dat zal wel zo blijven ook.
Ik citeer: Hij (die spelletjesbaas, H.) begon met een aantal stellingen en cijfers:
De platenindustrie is dood
De muziekindustrie is springlevend
Negen miljoen stuks(!) worden er gemiddeld verkocht van de grote spellen
Die worden gemiddeld tachtig keer gespeeld
In zo'n groot spel zitten veertig liedjes die twee tot drie keer voorbijkomen.
Games kunnen dus de plek zijn waar mensen nieuwe muziek leren kennen
Verder merkte hij op:
Welke jongeren luisteren er nog naar de radio?
Om de beste en spannendste nieuwe nummers te vinden, luistert de big music boss naar ruim vijfduizend nummers per spel om er uiteindelijk een tiental uit te kiezen die de miljoenen gamers te horen krijgen. Bands, producers en managers zien steeds meer in dat de exposure die games bieden ongeëvenaard is.

Oh ja en van wie krijgen de spelertjes dan de muziek te horen?
Nou van Junkie XL bijvoorbeeld o.a. bekend van zijn remixen zoals A Little Less Conversation. Junkie maakt al dertien jaar muziek voor computerspelletjes.
Ja, ik vrees dat er op deze manier bij de jeugdige gamertjes geen belangstelling voor echte muziek gekweekt gaat worden. Muziek als invulling bij een crashende speler, wiens virtuele raceauto uit de bocht vliegt, zal dat een nieuw publiek voor de muziek van Wynton Kelly of Roland Kirk aanboren?
Natuurlijk niet.
Bepaalde muziekmakers zullen beslist garen spinnen bij deze mogelijkheid tot geld verdienen maar het algemeen muzikaal belang zal er beslist niet mee gediend zijn. Muziek als cultureel fenomeen zal, op een paar zwaar gesubsidieerde uitzonderingen na, steeds meer naar de achtergrond verdwijnen tot er niets meer van overblijft dan wat fragmentarisch geneuzel bijhet overhoop schieten van de zoveelste boze tegenstander in het zoveelste spelletje.
Wat een armoe.
Valt er nog tegengas te geven?
Er zullen best pogingen ondernomen gaan worden maar die zullen stranden op onwil, gebrek aan financiën en bovenal op een gebrek aan adequaat onderwijs op het gebied van muziek.
Want daar ontbreekt het natuurlijk al decennia lang aan in ons land. Het kan natuurlijk best aan mij liggen maar ik heb de laatste veertig jaar nog nooit iemand gesproken die vertelde over het fantastische muziekonderwijs dat hij of zij had genoten. Niemand die door de school, lager of middelbaar op het goede pad was gezet. Ja en dan moet je niet verwonderd zijn, dat er in dit land eigenlijk geen sprake meer is van een muzikale cultuur en dus alles rijp is om verkwanseld te worden.
Helaas pindakaas.

Herbert
First published 28.09.2007

Arme Billie


"Waaraan heeft ze dat verdiend?", vraag ik mij wel eens af, als de zoveelste zangeres zich vergrijpt aan het repertoire, dat Billie aan het vinyl toevertrouwde.
Niet alleen onmachtige zangeressen maar ook DJ's en andere minkukels plegen met treurig makende regelmaat muzikale aanranding op Billie.
De grootste gotspe tot dusverre staat op de naam van mevrouw Oosterhuis, roepnaam Trijntje, die het bestond ‘Strange Fruit' te vertolken. Met stip op plaats twee volgt de hufter die ‘Don't Explain' met een fijne beat bedacht. Na gisterenavond (donderdag 27 september 2007) kan ook Karin Bloemen zich verheugen op een plaats in dit rijtje.
Karin was te gast bij Pauw & Witteman om daar haar nieuwste cd ‘Muse' te promoten, een cd met 12 nummers uit het repertoire van het Great American Songbook. Laat ik twee dingen voorop stellen, ik vind Karin een goede zangeres en ik geloof in haar oprechte ethiek. Zo gaf zij aan het nummer ‘Strange Fruit' nimmer te kunnen vertolken vanwege haar onmacht zich te kunnen verplaatsen in de gevoelens van Billie. Ook wil Karin ten ene male vermijden, dat zij als jazzzangeres de geschiedenis in gaat. Wat bij mij weer de vraag oproept: Waarom dan de keuze voor dit soort repertoire? Want dan loop je het risico bijna automatisch vergeleken te worden, met alle coryfeeën die zich op dit prachtige maar zéér gladde ijs hebben begeven.
Goed, Karin gaf aan dat het Lounge muziek was die zij vertolkte beslist geen jazz en na deze verduidelijking begon zij ‘Love for Sale' te zingen maar niet voordat wij één minuut lang Billie's vertolking hadden mogen zien en horen. In zwart wit en met het whisky glas in de hand.
De vraag die onmiddellijk bij mij opwelde was, of wij hier Karin aan het betrappen waren op een openbare uiting van hevig masochisme of op een zo grote mate van zelfoverschatting, dat niemand het optreden uit haar hoofd had kunnen praten.
Een tenen krullende baaierd van gesamplede ellende werd over ons uitgestort. Als dit Lounge muziek was, dan had het op mij niet de kalmerende werking die aan deze soort muzak wordt toegeschreven.
Wat ik maar niet begrijpen kan, is dat een getalenteerd performer als Karin Bloemen zich zo nodig moet manifesteren als iemand die de tekenen des tijds volledig begrepen heeft. Vroeger noemden we dat ‘hip', tegenwoordig is het woord ‘cool'. Karin was ongetwijfeld in haar optiek ‘cool' bezig maar de barre realiteit liet zien, dat een filmpje van één minuut, vijftig jaar geleden geschoten van een zangeres die beslist niet onder optimale omstandigheden achter de microfoon stond heel ‘cool' was en meer impact had dan het hele Lounge gebeuren van ‘La Bloemen'.
Het wachten is op de volgende onverlaat die het op Billie voorzien heeft maar ik sta klaar om hem of haar de oren te wassen, dus hoedt u voor

Herbert



First published 25.09.2007

De Grote Download Shuffle


Onder de kop:
"De dood van de platenindustrie"

legt Vrij Nederland journalist David Kleijwegt uit waarom het met de platenindustrie niet de goede kant uitgaat.
David heeft een iPod aangeschaft en download daar zo'n tien tot vijftien cd's per week mee van het net.
Hij schrijft:
"Je zou kunnen stellen dat de muziekindustrie zo tienduizend euro per jaar misloopt. Maar het is de vraag of hij al zijn download's anders zou hebben gekocht. Iedereen is het erover eens: in de eenentwintigste eeuw heeft de consument de macht. Knappe jongen die hem zo ver krijgt hem terug te geven".

Ik denk daar niet veel anders over, behalve dat ik de macht bij de consument niet in goede handen vind. Wie de mening is toegedaan, dat de wereld er op vooruit is gegaan sinds McDonalds, DJ Testikel, Blokker, Aldi en het Magnum ijsje wens ik veel sterkte toe maar ik heb zo m'n twijfels.
Wat wel duidelijk is, dat het download tij absoluut niet meer te keren valt. De teneur is dat je langzamerhand een dief van je eigen portemonnee bent als je de muzikale piraterij op internet aan je voorbij laat gaan. Ja en of de rechtmatige eigenaar van de muziek aan zijn financiële trekken komt, daar schijnt praktisch niemand van de downloaders zich druk om te maken. Waarom zouden ze ook, controle en repercussies zijn immers te verwaarlozen zodat eenieder vrijelijk zijn gang kan gaan. Aan de indruk onttrekken, dat wij terug aan het gaan zijn naar een situatie zoals die bestond voor de invoering van de auteursrechten, kan ik mij niet. Als musicus of componist gaan we of "Back to the future", of naar het ideologisch slagveld van het Marxistisch Leninisme waar kunst geacht werd van iedereen te zijn en er dus door de typische exponenten van deze misvatting tot de val van de muur geen cent aan auteursrechten werd uitgekeerd.
Eerbied voor cultuur is Nederlanders in het algemeen al niet met de paplepel ingegoten en dat is er na de invoering van de commerciële radio en televisie beslist niet beter op geworden. Via die media wordt namelijk breed uitgedragen, dat muziek van ondergeschikt belang is en waar geen enkel respect voor dient te worden betoond. Helaas hebben de publieke omroepen gemeend dat heilloze pad eveneens te moeten inslaan en zo vindt de echte liefhebber langzamerhand niets meer van zijn gading via de reguliere media kanalen.
Ja, dan biedt het internet natuurlijk een uitkomst, die als bijkomend voordeel ook financieel aantrekkelijk is. Dus blijkt uit de statistieken, dat Nederlanders in het algemeen de grootste downloaders zijn.

Alles wordt vluchtiger alles vervaagt sneller. Meer keus is niet altijd beter. Wat vergeten wordt in de huidige overvloed die via het internet over ons wordt uitgestort - nadat wijzelf de kraan hebben opengedraaid door het aanzetten van de computer - is, dat de kans dat iets beklijft steeds kleiner wordt. Ga even aan de gang om wat filmpjes op YouTube te bekijken en binnen een uur ben je soms al twintig, dertig filmpjes verder en datzelfde geldt ook voor als je naar muziek op zoek bent. Van een willekeurige cd vallen er vaak van de twintig nummers evenzoveel clips van een halve minuut te beluisteren en voordat je het weet ben je honderd nummers in een uur verder. Die overvloed is dodelijk. Daarbij komt tot overmaat van ramp dan ook nog het feit dat de beeld en geluidskwaliteit zeker niet optimaal te noemen vallen met aan het eind van het liedje als resultaat, dat er langzamerhand een lichte afkeer van muziek post vat bij de afnemer. ‘Te', zo zei mijn moeder, ‘is nooit goed, behalve bij tevreden'.
Voor de liefhebbers van echte muziek is er een via Rick FM te beluisteren uitzending, gemaakt door de onvolprezen Rolf Polak gewijd aan ‘Advanced Warning'.
Veel plezier.

Herbert


First published 01.08.2007

Het gaat goed met de jazz in Nederland


Mensen die mij beter kennen weten dat ik met een dergelijke uitspraak meestal het tegendeel bedoel. Een beetje cynisme is mij niet vreemd. Wat heeft die mopperaar nu weer te melden, het gaat toch goed met de jazz in Nederland.
Het afgelopen North Sea heeft weer tienduizenden bezoekers getrokken, de Jazzimpuls serie gaat weer van start, een 18-jarige alt-saxofonist wint 20.000 euro, dus waar heb ik het over.
Nog even het jazzgehalte van het North Sea daargelaten, ja er kwamen weer hordes op af en het woord jazz gonsde de afgelopen maanden weer door de media, gelijk de Tour en Wimbledon, is de vraag die ik wil stellen: "Wat is de feitelijke situatie?" ingegeven door het gevoel, dat het eigenlijk helemaal niet zo goed gaat met de jazz in ons knollenland.
Dat gevoel bekroop mij toen ik vernam, dat er ondanks een jaar voorbereiding niet meer dan drie optredens voor een redelijk beroemde jazzmusicus - van Afro-Amerikaanse origine - in Nederland konden worden gerealiseerd. Drie optredens in tien dagen, vergelijk dat dan maar eens met de situatie in 1987 toen ik met een niet beroemde jazzmusicus - van Afro-Amerikaanse origine - meer dan 25 optredens wist te realiseren binnen drie weken. Dan lijkt mij toch de conclusie gerechtvaardigd, dat het er helemaal niet best voorstaat met de jazz in deze zompige moerasdelta.
Jawel, langzamerhand staat in elk gehucht wel jazz geprogrammeerd op het jaarlijkse culturele festival en ja het woord jazzfestival kom je te pas en te onpas tegen in de door de plaatselijke VVV uitgegeven evenementengidsjes. Een terloopse blik op het aangebodene doet echter vermoeden, dat het begrip jazz aan forse inflatie onderhevig is. Organisatoren schijnen tot de onverbiddelijke conclusie te zijn gekomen, dat er in navolging van Jazzimpuls zonder zang geen sprake van jazz kan zijn.
Mijn verklaring voor deze omslag in de jazzcultuur is een heel simpele, namelijk dat de huidige generatie jazzliefhebbers steeds minder via het oor en steeds meer via het oog van het gebodene genieten. Gezien het gegeven, dat kwelende dames zich in het algemeen op een grotere belangstelling mogen verheugen dan noest zwetende heren mag dit geen wonder heten.
Ook de populariteit van de ‘jazz' festivals is op dit feit gestoeld en op het bijkomende gegeven, dat er op festivals voldoende te ‘zappen' valt. Waar 25 jaar geleden de aandachtsspanningsboog van de gemiddelde concertbezoeker toch minimaal een half uur bedroeg weet de huidige bezoeker tien minuten concentratie nauwelijks te halen. Dan wordt er naar een nieuw zaaltje gezapt, waar weer iets anders te bekijken valt.
Want knoop het goed in uw oren, het beeld prevaleert boven het geluid.
Mensen die aandachtig naar een mooi/interessant/verrassend stuk muziek kunnen luisteren vormen een in toenemende mate slinkende minderheid.
Ook in de klassieke muziek doet zich dit euvel voor. Een tijdje terug las ik een interview met dirigent Hartmut Haenchen, die zich druk maakte over de afnemende belangstelling voor klassieke en contemporaine muziek. Hij constateerde o.a. een forse afname van het aantal orkesten, de steeds dunner wordende kunstkaternen in de dagbladen, met onder meer als gevolg de marginalisatie van de klassieke muziek in die katernen en de dalende belangstelling voor premières. Hij stelde vast, dat er alleen nog maar over de grote klassieke muziekfestivals wordt geschreven of over belangrijke premières mits ze in de hoofdstad plaats vinden. Voor belangrijke gebeurtenissen buiten deze plekken was geen aandacht meer.

Over tien jaar zal het North Sea vast nog bestaan maar wee de diehard die op zoek gaat naar de jazz met in zijn achterhoofd Blakey, Coltrane, Gillespie, Ellington, Hawkins, Parker of Turrentine, die komt gegarandeerd van een koude kermis thuis.

Herbert




First published 24.06.2007

Het is definitief mis


Er zijn altijd een paar cruciale aanwijzingen, dat het mis gaat met iets.
Als er bijvoorbeeld een museum wordt ingericht, dan kun je er bijna donder op zeggen dat het museale onderwerp ofwel dood is ofwel op het punt staat dood te gaan ofwel bij een stelletje ambtenaren in verkeerde handen is gevallen.
Mis gaat het ook als er zich plotseling allerlei instanties met zaken gaan bemoeien waar ze nooit bemoeienis mee wilden hebben omdat de betrokkenen niet aan de leiband wensten te lopen.
Een ander teken van onraad is als het klassespectrum zich plotseling alarmerend wijzigt.
Ter verduidelijking het volgende onderstaand stukje, het is een deel van een persbericht dat ik onlangs kreeg toegezonden:

Nieuwe leerstoel jazz aan de Universiteit van Amsterdam

Musicoloog dr. Walter van de Leur is per 1 september 2007 benoemd tot hoogleraar jazz en geïmproviseerde muziek aan de Universiteit van Amsterdam. Van de Leur is sinds 2001 als onderzoekscoördinator en docent werkzaam bij het Conservatorium van Amsterdam. Het hoogleraarschap aan de UvA zal hij met deze functie combineren.

De beweegredenen voor het instellen van de leerstoel worden als volgt omschreven:

De publieke belangstelling voor jazz groeit. Door zijn uitgesproken eigen karakter manifesteert de Nederlandse jazz zich internationaal in de artistieke voorhoede. Met deze leerstoel - een initiatief van het Conservatorium van Amsterdam (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, de Jazzorganisatie en de leerstoelgroep Muziekwetenschap van de Universiteit van Amsterdam - wordt de wetenschappelijke reflectie op jazz gestimuleerd en de samenwerking tussen universitair onderwijs en kunstvakonderwijs verstevigd. Walter van de Leur gaat zich bezighouden met onderzoek en, in samenwerking met het Conservatorium van Amsterdam, met onderwijs op het gebied van de jazz in Nederland.

Plotseling is jazz salonfähig geworden. Een heuse hoogleraar ‘jazz en geïmproviseerde muziek' treedt aan bij de universiteit van Amsterdam. Godbetert, het begint al met de constatering dat men blijkbaar niet beseft dat ‘jazz' al de noemer voor geïmproviseerde muziek is! Ja, dat valt te verwachten als je verbonden bent aan een conservatorium waar ‘zwarte jazz' onderwezen wordt.
De publieke belangstelling voor jazz groeit helemaal niet. De publieke belangstelling voor nep en namaak groeit, voor de Norah Jonessen, voor duo's Koop to name a few uit deze laatste categorie.
Walter de Leur gaat de wetenschappelijke reflectie op jazz stimuleren.
"Gaat u daar maar liggen meneer de jazzsaxofonist, wij gaan even uw reflectie stimuleren".
Ik weet al een paar onderwerpen voor Prof. Dr. W. de Leur zijn inaugurale rede:
"Waarom de Nederlandse geïmproviseerde jazz gelukkig niet swingt"
"Nederlandse jazz op het snijvlak van de multiculturele samenleving"
"Ali-B als voorbeeldfunctie voor de Nederlandse jazzcultuur"
"In Nederland wordt jazz gezongen"

Nu nog een jazzmuseum en we kunnen het jazzboek definitief sluiten.

Herbert




First published 08.06.2007

Wit-wasserij


Eind 2005 heb ik in een van mijn columns de staf gebroken over het feit, dat het Amsterdams conservatorium het bestond les te gaan geven in ‘zwarte jazz'.
Te belachelijk voor woorden vond ik dat. Na lezing van een mij begin juni toegezonden artikel uit de ‘San Francisco Chronicle' dien ik daar toch anders over te denken.
Het artikel gaat over een door een jazzclub - nadruk op het woordje ‘jazz'- afgelopen mei uitgegeven cd ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de club. De jubileum cd bracht de gemoederen tot verhitting want er viel geen ‘Afro American' musicus op te beluisteren. Volgens de lokale jazzliefhebbers gelijk aan het serveren van appeltaart gemaakt zonder appels. Met het bericht dat op het vijfdaagse Berkeley Downtown Jazz Festival dat in augustus plaats vindt, maar zes ‘Afro American' muzikanten waren uitgenodigd werd er meer olie op het vuur gegooid. Het verweer van de jazzclub tegen deze aantijging was, dat in de loop van de tien jaren veel ‘Afro American' musici in de club hadden opgetreden -waaronder Joshua Redman, Abbey Lincoln, Elvin Jones om er maar een paar te noemen- maar dat de club daaraan geen recht kon ontlenen hun muziek op een cd te zetten.
Toch blijft het pijnlijk, want het staat natuurlijk buiten kijf, dat jazz van oorsprong en bij uitstek ‘Afro American' muziek is. Blanke musici hebben in de ontwikkeling van de jazzmuziek altijd een rol van ondergeschikt belang gespeeld. Revolutionaire verandering kwam van de ‘Afro American' kant en nergens anders vandaan. Dit vastgesteld hebbende zijn bovengenoemde berichten bijzonder wrang. Op een belangrijk (Amerikaans) ‘jazz' festival maar zes ‘Afro American's' laten optreden geeft te denken over de organisatie.
Volgens bekende jazzmusici, festival organisatoren en academici laten deze twee incidenten duidelijk zien dat ‘Afro American's' langzaam uit hun eigen muziek worden gewerkt.
Herve Ernest een ‘Afro American' organisator van een ander jazzfestival constateerde dat er zowel lokaal als nationaal een ‘wit-wasserij' van jazz plaats vindt. Ook stelde hij vast dat bezoekers aan een jazzfestival voor 90%*) uit blanken bestaan. Deze organisator zei ook het volgende:
"It really gets me upset that people like Norah Jones (who is white and East Indian) get pushed through with heavy marketing when there are dozens of African American female jazz vocalists who, in my opinion, are 10 times better. I'm not sure if the exclusion is intended or an honest overlook, but we created jazz and we are still playing it, so we should not be overlooked"

De situatie in Europa en dan speciaal in ons land valt natuurlijk moeilijk te vergelijken met die in de USA. Mochten er echter scherpslijpers zijn die het gebruik van het woord ‘jazz' langs de ‘Afro American' meetlat gaan leggen, dan hebben wij hier eveneens een probleem.
De keren, dat je een ‘Afro American' musicus hoort en ziet optreden in een Nederlandse jazzclub of op een Nederlands jazzfestival is uitermate gering.
Ook op het North Sea Jazz Festival is het aandeel ‘Afro American's' niet overweldigend. Van de pakweg 180 optredende groepen zijn er 24 geheel of gedeeltelijk ‘Afro American'.
Ze vormen wel de belangrijkste ‘act's' , dat dan weer wel. Het kruimelwerk wordt, op een paar uitzonderingen na, aan Europese groepen uitbesteed.
Als ik overigens mijn aan ‘jazz' gerelateerde meetlat pak, dan wordt het helemaal ernstig want de Paul Anka's, Elvissen Costello's en Snoeperige Honden vallen dan meteen ten prooi aan mijn definitief ‘nimmer en nooit is dit jazz' oordeel.
Dat van die ‘wit-wasserij' beschuldiging begrijp ik wel maar, dat hier een verloren strijd gestreden wordt praat je mij niet uit het hoofd, ondanks het feit dat er nog genoeg (echte?) jazzmusici zijn, die zich willen laten horen. Op een desolaat station staan zij te wachten op een trein die lang geleden is langs gedenderd en niet retour komt.

Herbert

*) Wat in mijn opinie minder schokkend is dan het lijkt. Er zijn 300 miljoen Amerikanen en rond de 10% daarvan is van 'Afro American' origine. Een jazzfestival zou dus een perfecte afspiegeling van de Amerikaanse maatschappij kunnen zijn. H.

Lees mijn ingezonden brief over ........ en geniet.
Voor adhesiebetuigingen:
E-mailadres sjw@xs4all.nl




First published 18.05.2007

Stof afnemen


Het is natuurlijk een vorm van struisvogelpolitiek maar het aanvaarden van de harde realiteit is soms net een stap te ver. Zo wil ik graag geloven, dat er al dan niet zinnige politiek wordt bedreven in dit land maar hoef ik alsjeblieft niet geconfronteerd te worden met het gezwatel dat de bedrijvers van die politiek produceren.
Zo ben ik mij ook bewust van het toenemende aantal festivals dat het woordje jazz als voorvoegsel gebruikt maar wil ik eigenlijk helemaal niet geconfronteerd worden met de muziek die onder deze noemer schuil gaat.
De gemeente Den Haag zag met lede ogen het North Sea Jazzfestival naar Rotterdam vertrekken en heeft het in 2006 ter opvulling bedachte Pure Jazz Fest met een forse subsidie gestiekt. Terence Blanchard, Freek de Jonge, Carleen Anderson, Pete Philly & Perquisite, Karin Bloemen, Jazzanova, het Metropole Orkest, Ska Cubano, Sara Tavares en nog vele anderen komen voor de 2de editie in 2007 opdraven om de subsidie pot te legen. Het zal best een ‘fest' zijn met ‘Pure Jazz' heeft het steeds minder te maken.
Om de leegstand in het het World Forum Convention Center (voorheen Nederlands Congres Centrum) op te vullen hebben enige enthousiastelingen - met inmiddels voor 2007 toegezegde subsidie - eveneens in 2006 het The Hague Jazz festival geïnitieerd. Ook dit festival kent een marginaal ‘Pure Jazz' gehalte met programmatoppers als DJ Maestro, Kraak & Smaak, Jan Akkerman, KOOP, Percy Sledge en Kid Creole and the Coconuts to name a few.

"Jazz is de nieuwe pop" staat er boven een artikel gewijd aan dit laatste festival en daarmee wordt de jazzspijker bijzonder hard op de kop geslagen. Daar ziet het namelijk naar uit, dat jazz de nieuwe pop is. Ik denk ook wel dat het te verklaren valt.
Wat pakweg dertig jaar geleden nog onder de noemer pop-muziek werd samengevat is die titel allang ontgroeid. Popmuziek is waarschijnlijk net zo dood als jazz, uiteengevallen als het is in een grote hoeveelheid aan variëteiten. De aangewezen deskundige om het allemaal te duiden voel ik me niet maar zelfs een oppervlakkig geïnteresseerde zal niet kunnen ontkennen, dat er geen duidelijke scheidslijnen meer lopen tussen de diverse muziekstijlen. Dus kan Paul Anka op een jazzfestival komen zingen en Branford Marsalis spelen op een popfestival.
De huidige generatie jonge musici die veelal geen weet heeft van muzikale zaken die ouder zijn dan tien jaar, beschouwd alle muzikale stijlen als een bron waaruit geput kan worden.
Dan wordt jazz inderdaad al snel pop, want aan het wezen van de jazz, de improvisatie en de swing wordt op een zeldzame uitzondering na, voorbij gegaan. Als een niet-jazz-zangeres als Norah Jones door vele jonge musici onder de noemer jazz wordt geschaard, dan mag zo'n uitspraak niet verbazen. Samen met de programmering van festivals die onder de vlag van ‘jazz' opereren zorgt dit ervoor, dat het begrip ‘jazz' steeds sterker erodeert en op het laatst alleen nog maar door een paar fanatieke diehards op zijn werkelijke merites kan worden beschouwd.
En zo gaat er een hele cultuur naar de vaantjes een cultuur die een gigantische bron van inspiratie zou kunnen vormen maar door versimpeling en onderwaardering teloor gaat.

Zodra er ergens een museum voor wordt opgericht of dat nu een Jenevermuseum of een Jazzmuseum is, dan is het einde nabij of reeds bereikt.
Het stof afnemen kan beginnen.

Herbert



First published 02.05.2007

Volksverlakkerij


‘Je bent nooit te oud om te leren', luidt het gezegde maar sommige zaken wil je eigenlijk niet weten totdat je ermee geconfronteerd wordt.
Zo wist ik dat het woord jazz langzamerhand een lading dekt die het oorspronkelijke begrip verre overstijgt. Was de generaliserende indeling tot dusverre: Oude stijl, Swing, Bop, Modern en Free daar is als ik de cd-besprekingen in het blad ‘jazz' doorlees resoluut de bijl ingezet. Leest u even met mij mee wat ik tegenkwam buiten de eerder genoemde begrippen:
Surf & Spy sound
Canzone Italiana/ World
Gastvrije Balkanpunkfolk
Cuba/jazz
Musica Mestiza
Dance (!?)
Lounge (!?)
Sample jungle
Nu jazz
Hammond soul en jazz
Jazz/dance/elektronica
Polderfunk
Natuurlijk ben ik meteen naar de platelaar gestormd om daar snel mijn behoefte aan ‘Gastvrije Balkanpunkfolk' te bevredigen. Voordat je het weet vis je achter het net en staat er alleen nog de laatste, onder het deejay mes genomen cd van Miles in het schap.
Nou snap ik ook wel, dat als de redactie van ‘jazz' zich tot ‘echte' jazz zou beperken ze het blad niet gevuld laat staan verkocht krijgen maar alsjeblieft noem je blad dan geen ‘jazz'. Dit is langzamerhand zo'n vorm van volksverlakkerij waarin de ‘Privé'-norm ruim overstegen wordt.
Wat moeten nou al die tere kinderzieltjes die hun oude grootvader met tranen in zijn ogen hebben horen praten over een mooie muziek jazz genaamd. Die zien dat blad bij de Bruna liggen, denken "daar had opa het over" en worden vervolgens door de inhoud op het totaal verkeerde been gezet. Die jonge niet al te oplettende lezertjes krijgen de ene na de andere al dan niet van piercings en/of tatoeage voorzien zangeres voorgeschoteld.
"Opa, is dat nou jazz?", vragen ze dan wijzend op de afbeelding van een wulpse jongedame die op haar drieëntwintigste al zo'n ongeëvenaarde geschiedenis van dope en alcohol achter de rug heeft, dat daarbij vergeleken Chet Baker tot een goedwillende amateur verbleekt.
Nogmaals ik snap het allemaal wel, dat Hans Dulfer zegt:
"Als je nu jazz speelt heden ten dage moet je wat doen met de muziek van tegenwoordig. Met house, met hiphop, met Marokkaanse muziek".
Zo'n uitspraak impliceert echter wel, dat het voortbestaan van jazz als zelfstandige muziekvorm uitgesloten is. Waarom?, daar heeft Hans ook een passend antwoord op:
"Je kunt niet iets nieuws beginnen als je het verleden niet kent".
De vraag hoeveel musici van de huidige generatie het verleden nog kennen, kan met een schouderophalen beantwoord worden, weinig tot geen. Want waar zouden zij die kennis moeten opdoen? Als in de USA, het land van oorsprong tenslotte, de jazz al naar de periferie van het muzikale gebeuren is verwezen, hoe zou dat dan hier anders moeten zijn. Niet dus.

Oh ja en dan nog even dit:
Van de 66 musici die in het komende seizoen de 130 Jazz Impuls concerten gaan bemannen/bevrouwen behoren er 11 tot het zingende volkje. Oftewel bijna 17% van het totaal. Nu wil ik graag degene spreken die mij ervan kan overtuigen dat wij dermate in onze kwaliteitszangeressen/zangers zitten, dat dit geen waanzinnig overtrokken percentage is.
Zelfs in de hoogtij dagen van de jazz is een dergelijk percentage nooit gehaald.
Ik verneem gaarne van u.

Herbert

First published 16.04.2007

Be-Bob


Soms vinden revoluties in alle stilte plaats.
Het ene moment loop je nog vrolijk te swingen op de muziek van Willis Jackson en het volgende moment is het uit met de pret en blijken er alleen nog maar zangeressen mee te tellen.
Je hebt het niet in de gaten tot je met je neus op de harde feiten wordt gedrukt.
Het ene moment luister je nog naar Be-Bop en het volgende moment is het allemaal Be-Bob wat de klok slaat.
Je denkt dat jazz het beste floreert in rokerige kroegen maar plotseling schijnt er alleen nog maar in schouwburgen jazz te worden gespeeld.
Je hebt het niet in de gaten tot je met je neus op de harde feiten wordt gedrukt.
Het gevoel dat je hebt is dat jazz in wezen een organische muziek is. Aards, recht voor zijn raap, fysiek maar toch een beroep doend op je intelligentie. Uitdagend ook. Nieuwe paden worden uitgezet maar de oude worden ook opnieuw betreden. In de Be-Bob is het echter uit met die pret. Daar worden de paden langs strakke lijnen uitgezet. Voor de pauze instrumentaal na de pauze vocaal. Geen ontkomen aan.
En gerookt mag er al helemaal niet worden.
De stille revolutie van de Be-Bob slaat ook toe in het organisatorische jazzcircuit of beter in het Bob-circuit. Subsidie wordt van de Be-bop overgeheveld naar de Be-Bob. Rokerige clubjes zien zich plotseling afgesneden van de toch al niet vette subsidiepotten of minimaal op streng rantsoen gesteld.
Ook slaat de stille revolutie toe in het jazzprijs circuit.
Jazzprijzen werden in het algemeen al niet toegekend aan echte swingers maar in het Be-Bob-tijdperk is het helemaal uit met de pret. Een klassieke training strekt tot aanbeveling en hoe lager het jazz gehalte hoe meer de kans op een Be-Bob prijs.
Je hebt het niet in de gaten tot je met je neus op de harde feiten wordt gedrukt.
Begrepen dien je wel te hebben, dat dit ter meerdere eer en glorie van die fantastische muziek, Be-Bob jazz geheten, plaats vindt. De Be-Bob dient Nederland te veroveren en wie het daar niet mee eens is mag niet meer mee doen.

Ik heb het wel gehad met die Be-Bob,
geef mij maar onvervalste Be-bop.

Herbert

Naschrift:
Inmiddels is er een nieuwe prijs in het leven geroepen, de "Chet Baker-award" . Deze nieuwe loot aan de Nederlandse jazzprijzen stam - het kan niet op vrienden, het kan niet op - is inmiddels aan zangeres Fay Claasen is uitgereikt op het ‘Chet Baker Memorial Festival'. Het festival en prijs hebben een hoog ‘Be-Bob' gehalte maar dat viel te verwachten na deze stille revolutie.

First published 3.04.2007

The grief that's named Deejay


Driving home late in the evening I switched on the car radio. The stations I listen normally to were busy with sport, not for me, and with a stand up comedian named Bunny (Mr. President on the annual press dinner in Washington, he has good script writers but I already heard it) so I decided to put on ‘Arrow jazz'. The additive ‘jazz' is misleading because for example the amount of singers like Nora Jones and lookalike's is sky-high.
On the late evening they add more real jazz and when I tuned in to this station I first heard Dexter Gordon and then an Astrud Gilberto imitation (seemed to be her cousin). The next song I recognized as Don't Explain sung by Billie Holiday. After a few seconds I started to curse.
Why?
Because a jerk had destroyed the song by mixing in a cheap drum-machine.
I couldn't believe my ears.
This was so horrible, this was so beyond limits this was the ultimate rape.
Lucebert a Dutch poet once wrote: "Everything of value is defenseless". How right he was.

The next day I tried to track down who was responsible for this gang bang.
Well it seems to be a Deejay who operates under the name of Angel - a Hell's angel probably - and has cd's filled with this kind of rubbish. You won't belief it.
"Don't Explain (Angel mix)" is how the song is called after the assault.
Doesn't it becomes time for raising a AMA Fund (Anti Musical Assault) to stop this bartering away of good music?
Some Deejays are the Taliban of music. Like those misfits destroyed centuries old Buddha statues and were forbidding all music, these Deejays are destroying quality music.
The reason is obvious, they lack quality themselves.
I was really pissed off (excuse my language) and in the knowledge that I can't change the terror I felt also discouraged.

GéVéDé of Het leed dat DJ heet


Was de vloek die ik op donderdag 29 maart om 22:48 precies hardop uitte.
Dom was ik weer eens geweest. In de auto had ik noch Radio 1 aanstaan, sport not my cup of tea, noch de BNR herhaling van een stand up comedian die luisterde naar de naam Bush en ook had ik geen cd in het daartoe bestemde sleufje geduwd.
Ik stemde af op Arrow Jazz en viel midden in een solo van Dexter.
Bijna had ik mij verzoend met het bestaan van deze zender met het achtervoegsel jazz.
Overdag moet je zeker niet afstemmen op dit station, want wat bij die radio onder de noemer jazz wordt gebracht brengt mij niet in een opperbeste stemming. Zeurzangers en zeurzangeressen voeren absoluut de boventoon, Nora Jones en consorten. Dat werk.
‘s Avonds na negenen scheen het jazzgehalte toe te nemen en viel er af en toe echte jazz te beluisteren. Het moet gezegd ook mijn muziek wordt er volgens de Buma afrekeningen wel gedraaid. Bravo, een pluspunt en reden om af en toe die zender weer eens op te zoeken.
Na Dexter hoorde ik een zangeres met Gilberto-trekjes zonder dat het Astrud was, wellicht d'r zingende nichtje. Daarna kwam iets onduidelijks en vervolgens betrad Billie Holiday de ether met ‘Don't Explain'.
Toen vloekte ik.
Een of andere ongelofelijke hufter had een drummachine door dit mooie nummer gemixt.
Er is werkelijk niets meer heilig in deze wereld.
Hoe haal je het in je bolle kop een prachtig nummer op deze manier te verkwanselen, aan te randen, te verkrachten. God wat was ik kwaad.
De website van Arrow jazz opgesnord om te kijken wie of er verantwoordelijk was voor deze misdaad. Welke non-valeur van een dj dit nu weer op zijn geweten heeft.
Het moest wel een dj zijn want volgens mij is er geen echte muzikant in de wereld te vinden die zijn naam aan zoiets leent. Dat was niet eenvoudig te achterhalen maar wat ik als beschamend staaltje van verkrachting had gehoord, wordt onder de noemer ‘Angel-mix' op cd verkocht.
Er zit dus een gigantische a-muzikale klojo muziek te verpesten om daar een stevige boterham aan te verdienen. Een ‘Hell's Angel', dat is wel duidelijk.
En niet één nummer, nee cd's vol.
Is er iets aan te doen? Is deze gang-bang te stuiten? Is deze tomeloze cultuur-barbarij nog in te dammen?
Nee, daarvoor is het te laat en ontbreekt ook maar enige wetgeving.
Eigenlijk is het gelijk aan het afdrukken van de Nachtwacht op koektrommeltjes en het vernoemen van een vodka naar van Gogh.
‘Alles van waarde is weerloos', zei Lucebert en hoe gelijk had hij.

Herbert



First published 23.03.2007

'Dolly is het bewijs'


Er komt mij een folder onder ogen van een jazzclub met daarin het programma voor de komende maand met o.a. een aan de weg timmerende pianist vergezeld van rapper en dj.
De combinatie van een instrumentalist met rapper en/of dj komt steeds meer voor.
Geen houden meer aan, de vloedgolf van rappers en dj's die zich over ons heen stort.
Is er nog een weg terug? Nop, vergeet het maar.
In de horeca bestaat een tendens naar ‘fusion' koken, in de jazz naar ‘fusion' musiceren.
Moeiteloos mengt de moderne culinaire topper Japanse gerechten met de Italiaanse keuken en wordt de klassieke Franse keuken opgeleukt met uit diverse werelddelen overgewaaide ingrediënten. Even moeiteloos shopt de moderne jazzmusicus bij wereldmuziek, pop, klassiek, you name it.
Je moet er van houden maar ik ben geneigd Lou Donaldson te volgen die opmerkte: "Fusion ends up in confusion".
In zijn perceptie werd de jazz er niet beter op door allerlei invloeden van buitenaf. Na meer dan een halve eeuw luisteren naar en bezig te zijn met jazz, geef ik hem volledig gelijk.
Het lijkt wel of er niet meer recht toe recht aan geswingd kan worden.
Het lijkt wel of het spelen van jazz volledig uit den boze is.
Het lijkt wel of je geëxcommuniceerd wordt als je muzikale emoties toont die uitmonden in een groots halleluja.
Het lijkt wel of muziek niet meer gehoord wordt zonder zangeres, dj of rapper en show.
Waar het vooral op lijkt is of het aan de luisteraar verboden is zijn hersens te gebruiken.
‘Jazz'-recensenten schrijven recensies over ‘fantastische geweldige groepen' en dan ga ik -dankzij internet- even luisteren naar die ‘fantastisch geweldige groep' en dan hoor ik een drummachine in plaats van een drummer van vlees en bloed, een zangeres zonder stem en instrumentalisten die geen notie hebben van het woord ‘swing'.
Volgens mij heeft het allemaal te maken met een volledig gebrek aan enige muzikale notie bij het huidige publiek. Dat publiek zal het langzamerhand worst wezen, wat de achtergronden behelzen van de gespeelde muziek. Het interesseert ze gewoon niet.
Het beeld, daar gaat het om. Van tv tot internet en van pop tot klassiek, bepalend voor de waardering is het beeld, niet het geluid. Muziek is gedegradeerd van een zelfstandig communicatiemiddel tot een aanvulling van het beeld. Dus doet het er niet meer toe, wat er zich muzikaal op het podium afspeelt maar vooral wat er te zien valt, wil je tenminste als musicus nog een belegde boterham verdienen.

Duidelijke ondersteuning voor bovenstaande mening komt van onverdachte zijde namelijk van Dolly Parton.
De diva gaf deze maand een concert in Nederland en een recensent van de Volkskrant waagde het te betwijfelen of hij Dolly had horen zingen, hij betrapte haar -al dan niet terecht- op play-backen.
In 2004 werd Dolly ook van dit euvel beschuldigd en nou komt het, haar fans vonden dat geen probleem, als de show maar goed was.
Muziek, hoe bedoelt u, muziek?
Het zou mij ook niets verbazen als bekend werd, dat het merendeels van de muziekspektakels die zich in omgevingen als grote zalen en stadions afspelen, geplaybackt werden. Wie kan op honderd meter afstand van het podium nu werkelijk nog onderscheiden wat daar aan de hand is. Als het maar beweegt, actie en spektakel biedt. De enorme geluidstorens doen de rest en een kniesoor die nog zeurt.
De maatstaf die in deze tijd voor muziek wordt aangelegd is niet meer gelieerd aan het oor maar aan het oog en de weg terug is voorgoed afgesloten, naar ik vrees.

Herbert



First published 3.03.2007

'Fifteen Minutes of fame'


Dat de ontwikkeling van hypes sneller gaat dan voor mogelijk gehouden mag dan wel een nuchtere constatering zijn maar de visualisering vormde voor mij verbijsterend nieuws.
Een voorbeeld?
Zij heet Esmee Denters is 18 jaar oud, ziet er normaal uit en zingt.
Een zusje neemt een paar liedjes met haar webcam op en zet ze vijf maanden geleden op YouTube.
Het beeld en het geluid zijn van het te verwachten amateuristisch gehalte maar het resultaat is wel, dat de betreffende jongedame vijf maanden later in het programma ´De Wereld Draait Door´ tegenover ´jolly good old´ Koos Postema zit. Aan de presentatietafel gezeten brengt zij à capella twee liedjes ten gehore en deelt met de nodige nonchalance mee, dat er in de USA en Nederland gevochten wordt om haar een platencontract aan te bieden. Zij is dan ook al genoemd in Billboard.
Even daargelaten of de soep zo heet gegeten wordt als opgediend, ik vind dit verbijsterend.
Hoezo je tot diep in de nacht afbeulen op een podium voor een halve man en een paardenkop in de zaal. Hoezo ervaring op doen. Vergeet het allemaal maar. Geluid aan, spot aan, camera loopt en gaan met die banaan voor hooguit drie minuten en je verwerft jouw ´fifteen minutes of fame´.

Trouwens die vijftien minuten blijken ook ongeveer de spanningsboog van de gemiddelde jongere te omvatten en mogelijk ligt die voor muziek nog aanzienlijk lager. Tot die voorzichtige gevolgtrekking ben ik gekomen na het bekijken van een aantal videootjes op YouTube. Van een mij onbekende maar best wel het aanhoren waard zijnde Hammond organist stond een ´live´filmpje van ruim zeven minuten op de YouTube site. Dit filmpje was ruim 1100 maal bekeken. Van deze Joe Dorio zijn ook muzikaal minder interessante filmpjes te zien van nog geen anderhalve minuut en die zijn al meer dan 6.000 maal bekeken. Conclusie: Hoe korter hoe beter.

Wat ik ook van alle kanten verneem, dat de jeugd het liefst 86 dingen tegelijk doet en dat kan handelen. Bedoeld wordt met een ´iPod´ aan op internet zoeken terwijl je met je huiswerk bezig bent. Ondertussen sms je met je mobieltje en werp je met één oog een blik op de teevee waar MTV aan staat en ben je aan het kletsen met je vriendje.
Ouders worden daar amechtig van en vrezen voor de kwaliteit van het huiswerk maar volgens de berichten schijnt dat nog wel mee te vallen. Ook heeft men uitgedokterd, dat leerlingen die tijdens de les met andere dingen bezig zijn en veel bewegen de onderwezen materie toch oppikken en zich veel prettiger voelen dan als zij gedwongen stil moeten zitten.
Prachtig maar dit impliceert wel, dat de huidige concertpraktijk als verleden tijd kan worden beschouwd over pakweg twintig jaar of misschien zelfs al eerder. Het verklaart ook het toenemende succes van grote festivals, daar kan volop bewogen worden en ´gezapt´ in de vorm van zaalwisseling. Kortom men transformeert zichzelf tot afstandsbediening.

Het zal allemaal wel, ik ga mij er verder niet druk over maken maar wat ik wel meen te mogen constateren is een verschraling van het aanbod. Het wordt steeds meer van hetzelfde en de originaliteit, behalve op het gebied van krankzinnige stunts, is ver te zoeken. Nou ja heimlijk hoop ik natuurlijk ook op een vet platencontract in de USA en aan de presentatietafel te mogen zitten bij De Wereld Draait Door als zijnde het hoogst bereikbare.
Er is geen redding meer mogelijk.

Herbert


First published 15.02.2007

"Kul"-tuur


Er is een nieuwe regering aangetreden. De oude voldeed niet en het was dus tijd voor verandering. Daar staat dit land om bekend, naast de molens, hash en ‘red light district'. De zucht tot verandering is ons bijkans aangeboren, alleen veranderd er eigenlijk nooit iets. Na de kabinetten BI (Sorry, ik krijg die naam niet door mij strot) tot en met BIII mag nu BIV het stokje overnemen en de estafette voortzetten. Wie het politieke gekrabbel in deze moerasdelta heeft gevolgd, kan het niet ontgaan zijn, dat voor het bestuurlijk functioneren het in feite weinig uitmaakt wie de lakens uitdeelt. Demissionair kabinet of niet.
Mogelijke oorzaak het feit, dat de lakens al uitgedeeld zijn of bij gebrek aan lakens.
Hoe dan ook, deze nieuwe ploeg begeesterden mag proberen de situatie naar hun politieke hand te zetten overeenkomstig de gemaakte afspraken in het zogenaamde regeerakkoord.
Mij zal het verder worst wezen of er een procentpuntje meer of minder in de CAO-onderhandelingen ter tafel komt of dat er weer een groot infrastructureel werk wordt aanbesteed waar de kosten verkeerd van worden geraamd. Geld moet rollen tenslotte en een bepaald soort slimmeriken wordt er toch altijd wijzer c.q. rijker van. Of er nu straks een Joint Strike Fighter of een jet van Franse makelij defect de Waddenzee induikt, daar valt weinig invloed op uit te oefenen, dat geld gaat gewoon uitgegeven worden.
Waar ik wel van opkeek maar niet verbaasd over was, mag de bezuiniging op de kunsten worden genoemd. Geen verbazing, omdat dit land toch al zeer lang de neiging tot culturele Saharizering vertoont.
De bezuiniging op de kunst moet resulteren in een duurder kaartje, want de toegang voor de kunst is blijkbaar veel te goedkoop en dat mag niet in dit land van grootgrutters.
Dat het op zoiets zou uitdraaien vermoedde ik al toen het drietal lijsttrekkers in Beetsterzwaag aan het bekonkelen sloeg. Alle drie zijn namelijk een geloofsovertuiging aangedaan en geloof en cultuur verstaan zich sinds de scheiding van kerk en staat steeds slechter. De niet (openlijk) christelijk angehauchte partij heeft de verheffing van de arbeider uit het programma geschrapt want in hun optiek maken alleen de beter gesitueerden er gebruik van, dus weg ermee.
Trouwens de regeerders van na de oorlog hebben zich zelden of nooit bij iets cultureels laten betrappen, indien ze niet uit hoofde van hun functie aanwezig dienden te zijn. Het jaarlijks verplicht ‘ons kent ons' aantreden in het gebedshuis te Naarden buiten beschouwing gelaten.

Sportevenementen en dan voornamelijk voetbal, scoren bij de boven ons gestelden veel en veel hoger. Gelijk hebben ze, het domme trappen van 22 ‘sportievelingen' is ook geestelijk veel verheffender dan het bijwonen van een culturele manifestatie.
Waar de ‘professionalisering' van de cultuur (lees: management) er voor heeft gezorgd, dat er steeds meer geld bij moest denkt men nu het tij te keren door het mes in de uitgaven te zetten.
Het zo ontstane financiële gat dient dan opgevuld te worden door de kaartjeskoper aan de kassa, die gaat - zo is de gedachte - graag minimaal het dubbele betalen voor zijn broodnodige culturele hap.
Daar geloof ik niks van.
Nederlanders en betalen voor cultuur?
De historie laat daar geen twijfel over bestaan, dat gaat niet echt samen.
Nee, met rappende bewindslieden - fris uw geheugen maar op voor de namen, die fietsende dominee zat er ook bij - zijn de hoogtepunten in het Nederlandse culturele landschap wel aangegeven.
De nieuw aangetreden bewindspersonen mag dan veel voor de ogen staan, cultuur vormt een blinde vlek.

Herbert



First published 2.02.2007


You Tube


Tien jaar geleden zou het niet in mij opgekomen zijn om vakantiefilmpjes of de video's van familiale aangelegenheden te delen met de hele wereld, dat was een strikt persoonlijke aangelegenheid. Alleen familie, vrienden en kennissen namen -vaak tegen wil en dank- kennis van mijn vaardigheden op het gebied van cameravoering eerst met de Super 8, vervolgens met de Betacam en tenslotte met een digitale videocamera. Beeldmateriaal van optredens was al helemaal niet voorhanden, geluid bij beeld vormde voor de amateur een bijna onneembare horde. Alleen dankzij de videorecorder zijn een paar uitzendingen waarin ik figureerde bewaard gebleven.
Met de opkomst van programma's als America's Funniest Home movies werd het vertonen van wat voorheen alleen binnenskamers werd afgedraaid plotseling voor een groter publiek toegankelijk. De capriolen van de ontelbare Domme Augusten, op een onnavolgbare stupide wijze in de weer met waslijnen, crossfietsen, boomhutten, touwbruggen en je kan het zo gek niet verzinnen, bleek een onuitputtelijke bron van vermaak en inspiratie. De definitieve doorbraak van het openbaar maken van eigen camerawerk kwam echter met YouTube. Deze internetsite biedt aan letterlijk iedereen de mogelijkheid om opgenomen beeld en geluid met de hele (internet)wereld te delen. Dit programma heeft een dergelijke vlucht genomen, dat de twee bedenkers vorig jaar een bedrag van rond de 1,2 miljard dollar konden cashen als beloning voor de ongekende populariteit.
Laat ik eerlijk zijn, het is natuurlijk ook geweldig leuk om de laatste video van je kleinkinderen te kunnen delen met vrienden en kennissen in verre landen of om je favoriete band te kunnen zien.
Wat er allemaal op YouTube te zien valt is praktisch onbegrensd.
Zo bijvoorbeeld ook distillateurs van Schotse malt whisky, die bij het uitspreken van het woord ‘Engeland' verachtelijk op de grond spuwen en de geschiedenis van het ontstaan van deze whisky even in een ander perspectief zetten. Master Blender himself Richard "The Nose" Patterson van de Dalmore Distillery is tijdens een ‘masterclass' whisky proeven door iemand met waarschijnlijk een cameratelefoon -ook zo'n woord dat 10 jaar geleden nog onbekend was- vastgelegd. Hilarisch is een redelijk goede omschrijving van de 3 minuten video. Ga naar www.YouTube.com en geef de zoekopdracht ‘Dalmore'.
Zelf heb ik ook een aantal video's uit heden en verleden van Advanced Warning op YouTube gezet en kan de kijker zelf constateren dat ik langzamerhand grijzer word. Als je op het logo klikt dan kom je er terecht. Succes.

Herbert



First published 1.01.2007




Er is een biografie over haar verschenen, ze heeft ladingen platen en cd's gemaakt, treedt nog steeds op, ontvangt een Edison voor haar hele oeuvre, heeft als bijnaam ‘The First Lady of Jazz' en toch wekte en wekt ze een totale desinteresse bij mij op en heeft ze mij nooit kunnen boeien.
Ik bedoel Rita Reys.
Geloof me als ik zeg, nooit de gedachte te hebben gekoesterd eens een fijn stukje aan deze ‘lady' te wijden. Het zou niet in mijn hersens opkomen. Rita is een ver van mijn bed show en dat is prima. Waarom dan toch woorden aan haar besteedt? Dat ligt aan een recensie die ik las naar aanleiding van het heruitbrengen van ‘Songbooks' van Ella en Rita.
Mevrouw Reys was en is voor mij een typische representante van de Gooise (jazz)matras. Groot gehalte ‘kijk mij eens jazz zijn' laag gehalte interessante muziek. Altijd op het veilige pad en nimmer de zwarte kerk betreden waar naast de loutering van de gospel ook het hellevuur van de blues lonkt. No blood, sweat and tears maar gepolijste muziek die geen duistere driften losmaakt maar wel op een beleefd applaus van een gesoigneerd publiek mag rekenen. Niets op tegen maar kom dan niet bij mij aan dat je jazz maakt.
Goed in die recensie lees ik:
"Hoe laat Rita zich uit over de onlangs overleden Anita O'Day? ‘Ik vind haar afschuwelijk.' Nina Simone? ‘Net een dronken kerel.' Billie Holiday? ‘Niks aan."
Als Reys lovend is, gaat het meestal over haarzelf. Over haar eigen stem:
‘Tikkeltje hees hè, gevoileerd, dat geeft die mooie diepe klankkleur. Op mijn zestiende, toen ik begon, had ik dezelfde power (sic), datzelfde enorme gevoel voor ritme en timing, die natuurlijke en heel eigen frasering......en ik zing zuiver: ook lang geen vanzelfsprekendheid."
Dit gelezen hebbend bekroop mij een sterk gevoel, dat node tot de aanschaf van een dubbelloops jachtgeweer met grove hagelpatronen. De neiging tot daadwerkelijke aanschaf wist ik met moeite te onderdrukken na lezing van het nu volgende:
"Maar er zijn wel eens dagen dat Reys het loftrompetje voorzichtig aan de mond zet. Dan gaat het meestal over een andere diva, waar ze eigenlijk niet omheen kan: Ella Fitzgerald. Die kan haar aan het janken krijgen, zegt ze in een milde bui. Of ze zegt: ‘Voor mij is er maar één, en dat is Ella. Die vrouw kon alles.' Maar ho, ho Reys herstelt zich: "Ze was niet erg intelligent hoor. Eigenlijk was ze heel simpel."
Zoiets noem je een gotspe.
Waar haalt mevrouw Reys de ongehoorde brutaliteit vandaan om een dergelijke opmerking over een muzikante te maken van wie ze nog niet eens het stof zou mogen slikken. De Nederlandse windbuil spreidt hier een schaamteloosheid ten toon die Ali B. tot een beginneling degradeert.
Hoogst opmerkelijk vind ik overigens, dat mevrouw Reys niet de naam noemt van de zangeres aan wie ze het meest schatplichtig is: Sarah Vaughn. Wat schaamteloos jatwerk betreft heeft zij hier een groots karwei verricht.
Een enkele keer heb ik ‘der Rita' wel eens horen zingen en wat me dan opviel was haar beroerde Amerikaanse uitspraak, haar gebrek aan originaliteit het ontbreken van diepgang, het gebrek aan echte swing en bovenal het ontbreken van de blues. Zangeressen die de blues niet kunnen zingen moeten gewoon hun snater houden en een ander beroep kiezen.
Met wijlen Wim Overgaauw, in tegenstelling tot Rita een echte jazzmuzikant, had ik het eens een keertje over zijn samenwerking met de ‘First Lady'. Nou daar had hij geen hoge pet van op muzikaal gezien, hij werd er warm noch koud van, ‘gewoon werk' vond Wim en de intermenselijke relatie was ook niet echt om over naar huis te schrijven.
Nee, de Edison-winnares - overigens wat een degradatie van een prijs, die toch al geen ruk voorstelde - zou er goed aan doen de podia niet langer onveilig te maken en zich terug te trekken in haar hutje aan de Loosdrechtse plassen en verplicht moeten worden daar elke dag een nummer van Sarah, Ella, Billie, Dakota, Anita en Nina te draaien.
Tot ze er bij neervalt.
Amen.

Herbert


Previous Columns/Vorige columns 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998
Infopage Songbook for Hammondorgan Guitarbooks CD's for sale